Mijn kennismaking met Scouting
Posted: 21 Aug 2023 11:10
Het was ergens begin 1992 toen ik in de openbare bibiotheek een boekje zag liggen: 'Scouting in de jaren '50', een groen, vierkant boekje.
Ik had weleens van Scouting/Padvinderij gehoord en ik wist ook wel dat het een jeugdclub was, maar ik wist er verder niets vanaf.
Ik nam het boekje mee naar huis en ging er thuis in bladeren. Ik vond de foto's leuk, wel erg zwart-wit. De foto die me het meest
interesseerde was een foto onderaan bladzijde 39.
Je ziet op deze foto aan de linkerkant een man (de hopman?) aan een tafel zitten en aan de rechterkant zitten twee jongens in twee
vreselijk primitieve invalidenwagentjes. Op de achtergrond zie je een tent met daarachter bomen. Ondanks de primitieve invaliden-
wagentjes was ik toch wel nieuwsgierig en daarom besloot ik de telefoongids te pakken (internet had je toen nog niet) en toen heb
ik een brief geschreven naar een scoutinggroep.
De volgende dag werd ik al gebeld met de mededeling dat ik langs kon komen. Die avond al. Het was een eind fietsen, ik moest eerst
door een aantal woonwijken waar ik nog nooit eerder was geweest, daarna kwam ik op een bosweggetje terecht. Bijna was ik om-
gekeerd toen ik ineens op een grasveld een groot gebouw zag staan, gemaakt van bruingeverfd hout.
Ik zette mijn fiets naast het gebouw neer en zag dat er een deur opstond, ik liep naar binnen. Niemand. Ik liep door de hal en zag een
deur openstaan, liep naar binnen en gelukkig waren daar twee mensen die onmiddelijk naar me toe kwamen lopen, een wat oudere man
en een jongen van ongeveer mijn leeftijd.
Ze lieten me alle ruimtes in het gebouw zien, ik had nog nooit een scoutinggebouw gezien. Niet van binnen en niet van buiten. Daarna
gingen we terug naar de leidingruimte. Ze vroegen mij: 'zou ik misschien welpenleider willen worden?' Dan kon ik gewoon met hen
mee lopen en al doende het vak leren, later zou ik dan trainingen van Scouting Nederland kunnen volgen. 'Wilde ik dat? Ja, dat wilde ik.
Ze lieten de groene scoutingblouse zien. Ik had nog nooit zo'n kleur groen gezien! Maar ik vond het een leuke kleur. Ik mocht ook even
de scoutinghoed proberen. Zat niet erg lekker, iedere keer als ik mijn hoofd bewoog dan had ik het gevoel dat ie van mijn hoofd viel, maar
het dragen van een scoutinghoed hoorde er nou eenmaal bij, zo werd mij gezegd.
Ik mocht 3 keer komen kijken en daarna werd ik op plechtige wijze geïnstaleerd.
Vanaf toen ging ik er elke week heen. Iedere week deed ik mijn scoutingblouse aan in mijn slaapkamer, stopte de groepsdas in mijn
rugzak en fietste naar het scoutinggebouw toe.
Daar aan gekomen liep ik altijd naar de leidingruimte, rolde mijn mouwen omhoog, deed mijn groepsdas om en meestal was ik veel
te vroeg en dan ging ik naar het verkennerslokaal toe, hun opkomst begon altijd 45 minuten eerder dan de welpen.
De bijeenkomst werd altijd geopend met een plechtige ceremonie: De verkenners gingen naast elkaar staan, verdeeld in patrouilles,
gekleed in de beige scoutingblousen, met scoutinghoeden op, blauwe spijkerboeken én ze hadden in hun rechterhand een verkenners-
stok, die werd alleen gebruikt bij het openen van de bijeenkomst, verder niet.
Eerst kwam de vaandrig, die controleerde of de jongens hun uniform goed droegen en daarna kwam de hopman, werd de verkenners-
belofde opgezegd: 'ik beloof op mijn eer als padvinder enz enz.' Daarna ging men een spel spelen.
Er werd erg op je kleding gelet. Als we op straat gingen lopen (deden we niet zo vaak) of we ging op koninginnedag allerlei actitiveiten
organiseren op het plein bij het winkelcentrum dan werd er altijd gecontroleerd of je wel netjes gekleed was:
Scoutingblouse ín de broek, de mouwen netjes omhooggerold tot nèt iets boven de ellebogen, scoutinghoed op natuurlijk, de welpen
droegen welpenpetjes, en de 'leidinggevenden', wij drieën en de hopman en de vaandrig, droegen ook nog een sierkoord (geen fluitkoord)
van de linker borstzak naar de linkerepaulet en zo gingen we dan de straat op.
Maar ik heb er goede herinneringen aan, de wekelijkse bijeenkomsten, de zomerkampen, altijd in bosrijke omgeving.
Op een gegeven moment ben ik gestopt toen ik naar een andere stad verhuisde.
Ik had weleens van Scouting/Padvinderij gehoord en ik wist ook wel dat het een jeugdclub was, maar ik wist er verder niets vanaf.
Ik nam het boekje mee naar huis en ging er thuis in bladeren. Ik vond de foto's leuk, wel erg zwart-wit. De foto die me het meest
interesseerde was een foto onderaan bladzijde 39.
Je ziet op deze foto aan de linkerkant een man (de hopman?) aan een tafel zitten en aan de rechterkant zitten twee jongens in twee
vreselijk primitieve invalidenwagentjes. Op de achtergrond zie je een tent met daarachter bomen. Ondanks de primitieve invaliden-
wagentjes was ik toch wel nieuwsgierig en daarom besloot ik de telefoongids te pakken (internet had je toen nog niet) en toen heb
ik een brief geschreven naar een scoutinggroep.
De volgende dag werd ik al gebeld met de mededeling dat ik langs kon komen. Die avond al. Het was een eind fietsen, ik moest eerst
door een aantal woonwijken waar ik nog nooit eerder was geweest, daarna kwam ik op een bosweggetje terecht. Bijna was ik om-
gekeerd toen ik ineens op een grasveld een groot gebouw zag staan, gemaakt van bruingeverfd hout.
Ik zette mijn fiets naast het gebouw neer en zag dat er een deur opstond, ik liep naar binnen. Niemand. Ik liep door de hal en zag een
deur openstaan, liep naar binnen en gelukkig waren daar twee mensen die onmiddelijk naar me toe kwamen lopen, een wat oudere man
en een jongen van ongeveer mijn leeftijd.
Ze lieten me alle ruimtes in het gebouw zien, ik had nog nooit een scoutinggebouw gezien. Niet van binnen en niet van buiten. Daarna
gingen we terug naar de leidingruimte. Ze vroegen mij: 'zou ik misschien welpenleider willen worden?' Dan kon ik gewoon met hen
mee lopen en al doende het vak leren, later zou ik dan trainingen van Scouting Nederland kunnen volgen. 'Wilde ik dat? Ja, dat wilde ik.
Ze lieten de groene scoutingblouse zien. Ik had nog nooit zo'n kleur groen gezien! Maar ik vond het een leuke kleur. Ik mocht ook even
de scoutinghoed proberen. Zat niet erg lekker, iedere keer als ik mijn hoofd bewoog dan had ik het gevoel dat ie van mijn hoofd viel, maar
het dragen van een scoutinghoed hoorde er nou eenmaal bij, zo werd mij gezegd.
Ik mocht 3 keer komen kijken en daarna werd ik op plechtige wijze geïnstaleerd.
Vanaf toen ging ik er elke week heen. Iedere week deed ik mijn scoutingblouse aan in mijn slaapkamer, stopte de groepsdas in mijn
rugzak en fietste naar het scoutinggebouw toe.
Daar aan gekomen liep ik altijd naar de leidingruimte, rolde mijn mouwen omhoog, deed mijn groepsdas om en meestal was ik veel
te vroeg en dan ging ik naar het verkennerslokaal toe, hun opkomst begon altijd 45 minuten eerder dan de welpen.
De bijeenkomst werd altijd geopend met een plechtige ceremonie: De verkenners gingen naast elkaar staan, verdeeld in patrouilles,
gekleed in de beige scoutingblousen, met scoutinghoeden op, blauwe spijkerboeken én ze hadden in hun rechterhand een verkenners-
stok, die werd alleen gebruikt bij het openen van de bijeenkomst, verder niet.
Eerst kwam de vaandrig, die controleerde of de jongens hun uniform goed droegen en daarna kwam de hopman, werd de verkenners-
belofde opgezegd: 'ik beloof op mijn eer als padvinder enz enz.' Daarna ging men een spel spelen.
Er werd erg op je kleding gelet. Als we op straat gingen lopen (deden we niet zo vaak) of we ging op koninginnedag allerlei actitiveiten
organiseren op het plein bij het winkelcentrum dan werd er altijd gecontroleerd of je wel netjes gekleed was:
Scoutingblouse ín de broek, de mouwen netjes omhooggerold tot nèt iets boven de ellebogen, scoutinghoed op natuurlijk, de welpen
droegen welpenpetjes, en de 'leidinggevenden', wij drieën en de hopman en de vaandrig, droegen ook nog een sierkoord (geen fluitkoord)
van de linker borstzak naar de linkerepaulet en zo gingen we dan de straat op.
Maar ik heb er goede herinneringen aan, de wekelijkse bijeenkomsten, de zomerkampen, altijd in bosrijke omgeving.
Op een gegeven moment ben ik gestopt toen ik naar een andere stad verhuisde.